Schrijftips
- Schrijftips van Anne-Fleur van der Heiden:
1. ‘Lees je tekst hardop voor. Struikel je over een zin, dan is het ritme niet in orde. Tip: wissel af tussen lange – en korte zinnen.’
2. ‘Roep een zintuigelijke wereld op. Hoe ziet de omgeving eruit? Hangt er een schilderij van Banksy of een kindertekening? Ruikt de kamer naar ongewassen sokken? Klinkt er jazzy achtergrondmuziek of knalt Rammstein door de speakers?
En is het tapijt er lekker zacht of kan er een eeltlaag mee worden weggeschraapt?
3. ‘Als een alinea niet lekker voelt in het geheel en je komt er niet uit, probeer de alinea eens te schrappen. Grote kans dat de tekst dan vloeiend in elkaar overloopt.’ - Schrijftips van Raoul de Jong:
1. ‘Je hoeft niet briljant te zijn.’
2. ‘Schrijf omdat je het leuk vindt, niet omdat je de nieuwe Gerard Reve wilt worden, in De Wereld Draait Door wilt zitten of iets leuks te vertellen wilt hebben tijdens het kerstfeest.’
3. ‘Luister niet naar de stemmetjes die zeggen dat je niks te zeggen hebt.’ - Schrijftips van Jaap Robben:
1. ‘Begin! Dit is eigenlijk de belangrijkste en meest simpele tip. En tegelijk is beginnen het lastigste van het schrijven. Maar: begin. Je tekst hoeft nog niks te betekenen. Maar door te beginnen ontdek je wel wat het moet worden. Verwacht niet dat het meteen al goed moet zijn.’
2. ‘Schrijf niet. Het belangrijkste deel van het schrijven doe ik wanneer ik niet schrijf. Ga even wat lopen, breng koffiedrab naar de groenbak. Stofzuig je kamer. Maak een ommetje. Op de een of andere manier gaan mijn hersenen dan altijd weer fris denken. Alsof ze even heropstarten. Daarna weet ik altijd weer hoe het verder moet.’ - Schrijftips van Bertram Mourits:
1. ‘Laat iemand met je tekst meelezen. Een redacteur stelt namelijk vragen over een verhaal of personage waar je zelf niet aan had gedacht. Ook mogelijk: stel je een situatie voor waarin je je personage terecht wil laten komen. Maakt niet uit of het iets met het verhaal te maken heeft. En ga daarna puzzelen: hoe kom je van A naar B?’
2. ‘Zorg dat je tekst een week te vroeg klaar is, laat ‘m drie dagen liggen, print ‘m uit in een ander lettertype en lees de tekst alsof ‘ie nieuw is. En bijna altijd kun je jezelf de opdracht geven: zorg dat 10% eruit gaat. Daar wordt het eindresultaat zelden slechter van.’
3. ‘Vergeet tijdens het schrijven onmiddellijk dat je bezig bent de aandacht van een lezer te trekken. Zodra zichtbaar is dat je dat gaat doen, gaat het resultaat nep aanvoelen. Maar lees het wél als zodanig terug en vraag je af: waarom moest dit verhaal verteld worden? En waarom door mij? Dat klinkt simpel, maar het zijn moeilijke vragen. Als je ze kan beantwoorden, zie je al snel waar de stukken in je verhaal zitten die misschien niet per se nodig zijn.’
4. ‘Hou de hoeveelheid meelezers beperkt (ze zeggen maar zelden allemaal hetzelfde, dus dan wordt het verwarrend) en laat geen mensen meelezen die persoonlijk heel dichtbij je staan. Óf ze zijn niet genadeloos en dat is niet zinnig, óf ze zijn het wel en dat is niet leuk.’ - Schrijftip van Arno Van Vlierberghe:
1. ‘Lees, kijk, luister. Lees alsof je leven ervan afhangt. Luister naar de ritmes om je heen. Kijk je ogen uit z’n kassen. Het schrijven ontstaat niet in een vacuüm. Elk woord dat je schrijft is een toevoeging aan de eindeloze stroom van tekens en beelden die onze wereld vormgeven. Zet jezelf dus eerst eens met je gat neer in die stroom, vooraleer je er stenen in wil verleggen.’ - Schrijftips van Lotte Lentes:
1. ‘Laat iemand anders ernaar kijken of laat de tekst even liggen. Denk in ieder geval niet te snel: het is wel goed zo. Wat mij het meeste helpt in het laatste stadium is de tekst zo vaak mogelijk hardop voor te lezen, net zo lang totdat ik zelf niet meer haper of twijfel over zinnen of woorden.’
2. ‘Vind een werkritme dat bij je past en waarmee je jezelf niet overvraagt. Liever een half uur geconcentreerd werken dan vier uur naar een knipperende cursor staren. Zorg voor een structuur waar je op terug kan vallen, want zodra je gefrustreerd raakt wordt de drempel om weer aan je tekst te gaan zitten namelijk steeds hoger. Afleiding vermijden helpt ook. Deactiveer je social media-accounts bijvoorbeeld een tijdje. In plaats van kijken wat anderen allemaal doen, heb je ineens tijd over voor waar je zelf mee bezig bent.’ - Schrijftips van Ulrike Burki:
1. ‘Ik denk dat een goede schrijver in de eerste plaats ook een goede lezer is. Het kan enorm inspirerend zijn om te bestuderen hoe andere schrijvers aan de slag gaan met taal. Dat wil niet zeggen dat ik vind dat je je grote voorbeelden zonder meer moet imiteren, maar ik geloof wel dat je ‘eigen stem’ kan ontstaan uit de echo van een heleboel andere stemmen.
2: ‘Durf te mislukken. Ik merk vaak dat ik alleen gedichten wil schrijven die al mijn vorige gedichten overtreffen. Maar daardoor ga ik zo verkrampt schrijven, dat ik uiteindelijk helemaal niets op papier krijg. Je kan beter honderd gedichten schrijven waarvan er 99 in de prullenbak belanden dan helemaal niets.’ - Schrijftip van Vincent Van Meenen:
‘Waarin kan de literatuur zich nog onderscheiden van series? Wat kan een boek dat een serie niet kan? Als het gaat over plot, aandacht en spanningsboog kan je volgens mij beter een serie bekijken dan een boek lezen. En toch is er iets dat een boek wél voor elkaar krijgt, terwijl geen film, serie of attractie dat ooit lukt. Maar waar zit dat dan in? Denk daar concreet over na als het over je eigen materiaal gaat. Dat komt niet alleen je eigen werk, maar de hele literatuur ten goede.’ - Schrijftips van Janneke Siebelink:
1. ‘Vraag jezelf af waarom je schrijft en waarom je móet schrijven. Waar komt die innerlijke noodzaak vandaan? Schrijf vanuit dat diepste gevoel.
2. ‘Lees het boek Brieven aan een jonge schrijver van Colum McCan. McCan is zelf auteur van zes romans en drie verhalenbundels en doceert Creative Writing aan Hunters College in New York. Je kunt niet schrijven zonder te lezen. Zoals hij schrijft in het hoofdstuk ‘Lees, lees, lees’: “Je leest om het vuur in je hart aan te blazen. Je leest omdat je de dapperste idioot bent die er rondloopt en bereid bent op avontuur te gaan met het plezier van de verwarring. Je weet wanneer een boek werkt. Geef het tijd.”’ - Schrijftips van Maarten Buser:
1. ‘Met verschillende vrienden wissel ik nog regelmatig teksten uit om tot een zo goed mogelijk eindresultaat te komen en geven we eerlijk commentaar op wat wel en niet werkt. Er is bijna niets zo fijn bij schrijven als een wederzijds vertrouwen dat toelaat dat je bijvoorbeeld zinnen schrapt of een gedicht anders indeelt.’
2. ‘Als er mensen in je omgeving zijn die ook schrijven – en wellicht ook mee gaan doen aan Write Now! –, zou je hun je inzending eens voor kunnen leggen en natuurlijk andersom. Hoewel dat misschien klinkt alsof je je concurrentie aan het verstevigen bent, dient het een doel dat ook voor jou een groot voordeel heeft: goede feedback om een zo goed mogelijke versie van je tekst te kunnen insturen. Hopelijk hou je er bovendien een of meerdere uitstekende meelezers aan over met wie je ook andere teksten heen en weer kunt pingpongen.’
3. ‘Tot slot: geef niet op. Stel, je vrienden hebben uitgebreide feedback op je inzending gegeven, die je uiteraard verwerkt hebt, en je vindt dat het een supergoede tekst is geworden, maar de jury denkt er helaas anders over: dan hoeft die tekst niet in een diepe donkere lade te verdwijnen. De gedichten die ik tijdens een eerdere deelname aan de wedstrijd instuurde, werden helaas niet beloond of als eervolle vermelding naar voren geschoven, maar ik geloofde in hun kwaliteit. Daarom stuurde ik ze naar een literaire website, waar ze gelukkig wel gepubliceerd werden. Je mag het uiteraard hartgrondig oneens zijn met de jury, baal er even van, maar misschien is er wel plaats voor je tekst in een mooi medium als De Optimist of Op Ruwe Planken.’ - Schrijftips van Emy Koopman:
1. ‘Ritme wordt vaak onderschat, maar het bepaalt je sfeer en je toon. Waar het vloeit en waar het hapert; daarmee kun je een hele betekenislaag toevoegen. Met alleen maar staccato zinnen krijg je waarschijnlijk een zouteloos verhaal. Tenzij dat perfect past bij de inhoud van je verhaal of bij je personage. Hoe dan ook: als de vorm van je verhaal past bij wat je inhoudelijk probeert te vertellen, dan ben je geniaal bezig. Als je durft te experimenteren ook. En als je vakkundig een heel traditioneel verhaal met begin, midden en einde in elkaar zet ook.’
2. ‘Waar het uiteindelijk om gaat is dat je schrijft wat jij wil schrijven. Soms wordt dat meteen beloond, soms duurt dat even. Heb geduld.’ - Schrijftip van Kyrian Esser:
‘Kijk of je iemand in je omgeving kunt vinden wiens oordeel je vertrouwt. Laat diegene jouw werk lezen en vraag naar op- of aanmerkingen. Blijf je tekst lezen en eventueel aanpassen. Verder is mijn advies om te durven afdwalen. Houd je niet teveel bezig met wat iedereen interessant vindt. Schrijf wat jij interessant vindt, dan zijn er ook andere mensen die het interessant vinden.’