Interview met Maarten Buser

Maarten Buser schrijft gedichten en essays. Daarnaast is hij poëzierecensent en kunstjournalist. In 2016 debuteerde hij met de gedichtenbundel Club Brancuzzi.

In 2015 stond je nog in de finale van Write Now!, dit jaar ben je een van de juryleden. Hoe voelt dat?
‘Dat voelde eerst wat onwennig, maar toen bedacht ik me dat ik echt wel zinnige dingen kan zeggen over teksten en kan beoordelen of die goed zijn of niet. Ik heb immers studies Nederlands en letterkunde afgerond en inmiddels werk ik al ruim vijf jaar als boekenrecensent. Tegelijkertijd weet ik nog goed dat toen ik voor het eerst in een literair tijdschrift had gepubliceerd en op een poëziefestival mocht voorlezen, ik best wel opkeek tegen de mensen die ik daar tegenkwam die al een gedichtenbundel hadden gepubliceerd. Gelukkig waren ze superaardig en geïnteresseerd in wat ik deed, wat mij ook weer het gevoel gaf dat het wel de goede kant opging met wat ik deed.  Als jurylid – en natuurlijk ook daarbuiten – wil ik daarom op een vergelijkbare manier schrijftalent aanmoedigen dat echt de aandacht verdient.’

Wat vind je zelf het moeilijkst tijdens het schrijfproces? En hoe ga je daarmee om?
‘Ik denk dat ik nu bijna twee decennia lang wekelijks de Donald Duck lees. Toen die nog aan me voorgelezen werd en toen ik ‘m zelf kon lezen, vond ik Donalds avonturen heel spannend en zijn blunders heel erg grappig. Maar inmiddels vind ik de dingen die me als kind niet opvielen of die ik gewoon niet begreep het leukst: woordgrappen, verhaspelde namen van BN’ers (André van Puin!) en culturele verwijzingen – zoals wanneer Dagobert Duck doodleuk ‘Als ik eenmaal rijk ben’ zingt. Een vergelijkbare differentiatie wil ik ook graag in mijn eigen teksten aanbrengen. Een subtiele verwijzing kan een tekst veel meer gelaagd maken, maar degenen die de verwijzing niet opmerken moeten natuurlijk niet voor een compleet dichte deur komen te staan. De teksten waar ik naar terug blijf keren zijn immers ook degenen waarin ik elke keer weer nieuwe dingen ontdek. Maar een scherpe inschatting maken van wat de meeste lezers wel en niet zullen oppikken is lastig. Het kan ook gebeuren dat ik een bepaalde laag juist te uitgebreid uitwerk. Als schrijver kun je duidelijk in je hoofd hebben hoe je tekst gelezen moet worden, maar je blijft een blinde vlek houden. Daar is eigenlijk maar één oplossing voor: vraag anderen of ze ernaar willen kijken.’

Zijn er nog dingen die je aanstaande deelnemers zou willen meegeven?
‘Toen mijn debuut net uit was, gaf ik een schrijfworkshop aan middelbare scholieren. Veel van hen bleken net als ik grote Taylor Swift-fans te zijn. Ik legde ze uit dat mijn gedichtenbundel Club Brancuzzi enigszins vergelijkbaar is met een cd van Swift: er staat weliswaar één naam op de voorkant, maar er heeft een groep mensen aan gewerkt. Haar laatste albums zijn in nauwe samenwerking met een aantal muzikanten gemaakt die haar hielpen haar muzikale ideeën vorm te geven, en voor Club Brancuzzi hebben verschillende bevriende meelezers mij heel goed geholpen om de gedichten zo op papier te krijgen, zoals ik ze ook in mijn hoofd had – zie ook (de blinde vlek van) de vorige vraag. Met verschillende vrienden wissel ik nog regelmatig teksten uit om tot een zo goed mogelijk eindresultaat te komen en geven we eerlijk commentaar op wat wel en niet werkt. Er is bijna niets zo fijn bij schrijven als een wederzijds vertrouwen dat toelaat dat je bijvoorbeeld zinnen schrapt of een gedicht anders indeelt.

Als er mensen in je omgeving zijn die ook schrijven – en wellicht ook mee gaan doen aan Write Now! –, zou je hun je inzending eens voor kunnen leggen en natuurlijk andersom. Hoewel dat misschien klinkt alsof je je concurrentie aan het verstevigen bent, dient het een doel dat ook voor jou een groot voordeel heeft: goede feedback om een zo goed mogelijke versie van je tekst te kunnen insturen. Hopelijk hou je er bovendien een of meerdere uitstekende meelezers aan over met wie je ook andere teksten heen en weer kunt pingpongen.

Tot slot: geef niet op. Stel, je vrienden hebben uitgebreide feedback op je inzending gegeven, die je uiteraard verwerkt hebt, en je vindt dat het een supergoede tekst is geworden, maar de jury denkt er helaas anders over: dan hoeft die tekst niet in een diepe donkere lade te verdwijnen. De gedichten die ik tijdens een eerdere deelname aan de wedstrijd instuurde, werden helaas niet beloond of als eervolle vermelding naar voren geschoven, maar ik geloofde in hun kwaliteit. Daarom stuurde ik ze naar een literaire website, waar ze gelukkig wel gepubliceerd werden. Je mag het uiteraard hartgrondig oneens zijn met de jury, baal er even van, maar misschien is er wel plaats voor je tekst in een mooi medium als De Optimist of Op Ruwe Planken.’

Steek de tips van Maarten in je zak, begin met tikken en stuur in vóór 3 april!

Deel deze pagina:

Interviews