Interview met Arno Van Vlierberghe

Als hekkensluiter van deze interviewreeks vroegen we juryvoorzitter Write Now! Vlaanderen Arno Van Vlierberghe om een aantal vragen te beantwoorden. Deze dichter debuteerde in 2017 met zijn bundel Vloekschrift, die vervolgens een jaar later werd genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs. Wanneer pakte hij zelf de pen op en hoe gaat hij om met moeilijkheden in het schrijfproces? We vroegen het Arno in het laatste interview voor de deadline.

Hoe ben jij ooit begonnen met schrijven?
‘Er zijn meerdere evenwaardige versies van die herinnering. In één versie was het de eeuwige aanmoediging van de welbekende leerkracht Nederlands. In een andere ontdekte ik taalplezier via mijn moeder in Het boek alfa van Ivo Michiels en was ik meteen verkocht. In weer een ander schreef ik onsuccesvol liefdesgedichtjes voor mijn eerste vlam. In alle drie de herinneringen was ik 16. Misschien is het zo dat ik nog moet beginnen te schrijven. Anders gezegd: misschien is ‘het schrijven’ iets dat je een heel leven lang, via telkens nieuwe omwegen en ontdekkingen, ontdekt en herontdekt.’

Wat vind jij belangrijk bij het lezen van een tekst? Hoe springt een tekst voor jou eruit?
‘Het ‘aanvoelen’ van een tekst is een lastig en veranderlijk iets. Wat dat ‘iets’ is dat eruit springt kan elke keer anders zijn. Al weet ik ondertussen wel dat ik hou van zelfbewuste waanzin, contradictie en gedurfde ideeën en vormen. Omgekeerd schuw ik ondoordachte beeldspraak, slordige ideeën en gemakkelijk effectbejag. Als een tekst zich tot aan de buitenste regio’s van taal en beeld kan wurmen, waar het dan botst met zichzelf, dan is het vaak raak. Dan voel je dat er iets aan het gebeuren is in de taal wat voorheen nog niet aan de hand was. Het is een zeldzaam gevoel, maar het bestaat. Dat is wat ik zoek.’

Wat vind jij het moeilijkst tijdens het schrijfproces? En hoe ga je daarmee om?
‘Ik ben verschrikkelijk ongedisciplineerd. ‘s Ochtends aan mijn bureau gaan zitten en als een ambtenaar ‘inprikken’ voor een dagje schrijven, dat lukt me niet. Anderzijds gruwel ik ook van de notie dat poëzie een soort grillige bevlieging is, waarbij dame Inspiratie al dan niet neerdaalt op de schouder en je de gouden woorden toefluistert. Het moeilijkste aan het schrijfproces is domweg het schrijven. Het hele zaakje, van de eerste tot de laatste letter. Het is zelden aangenaam, laat staan plezierig. De enige manier voor mij om daar dan mee om te gaan, is om mezelf met de rug tegen de muur te manoeuvreren, zodat ik slechts één weg vooruit kan zien: door de tekst heen.’

Heb je nog een goede schrijftip voor de deelnemers?
‘Lees, kijk, luister. Lees alsof je leven ervan afhangt. Luister naar de ritmes om je heen. Kijk je ogen uit z’n kassen. Het schrijven ontstaat niet in een vacuüm. Elk woord dat je schrijft is een toevoeging aan de eindeloze stroom van tekens en beelden die onze wereld vormgeven. Zet jezelf dus eerst eens met je gat neer in die stroom, vooraleer je er stenen in wil verleggen.’

Neem Arno’s advies met je mee en stuur in vóór 1 april!

 

Interviews