Interview met Bertram Mourits
Wie dit jaar de tweede of derde prijs wint in de finale, mag zichzelf gelukkig prijzen! Die wint namelijk een coachingsgesprek met Bertram Mourits, Hoofd Collecties bij het Literatuurmuseum in Den Haag. Ook schrijft Bertram geregeld voor de Poëziekrant, De Gids en De Revisor, en was hij tot enkele jaren geleden redacteur non-fictie en poëzie bij uitgeverij Atlas Contact. We vroegen hem om wat schrijftips, zodat jij als deelnemer aan Write Now! je eigen tekst kan voorzien van de nodige redactie.
Als redacteur begeleid je een auteur bij zijn of haar schrijfproces. Als een schrijver even niet verder komt met schrijven, wat is dan jouw advies?
‘Dat is vaak het moment dat vreemde ogen zin kunnen hebben, dus wanneer een redacteur kan meelezen. Die stelt namelijk vaak vragen over een verhaal of een personage, waar je zelf niet aan gedacht had. Ook mogelijk: stel je een situatie voor waarin je je personage terecht wil laten komen. Maakt niet uit of het iets met het verhaal te maken heeft. En ga daarna puzzelen: hoe kom je van A naar B?’
Hoe zou een Write Now!-deelnemer zijn of haar tekst van goede redactie kunnen voorzien?
‘Zorg dat je tekst een week te vroeg klaar is, laat ‘m drie dagen liggen, print ‘m uit in een ander lettertype en lees de tekst alsof ‘ie nieuw is. En bijna altijd kun je jezelf de opdracht geven: zorg dat 10% eruit gaat. Daar wordt het eindresultaat zelden slechter van.’
Op wat voor manieren kan een schrijver de aandacht te trekken van een lezer? Met andere woorden, hoe maak je een tekst interessant?
‘Vergeet tijdens het schrijven onmiddellijk dat je bezig bent de aandacht van een lezer te trekken. Zodra zichtbaar is dat je dat gaat doen, gaat het resultaat nep aanvoelen. Maar lees het wél als zodanig terug en vraag je af: waarom moest dit verhaal verteld worden? En waarom door mij? Dat klinkt simpel, maar het zijn moeilijke vragen. Als je ze kan beantwoorden, zie je al snel waar de stukken in je verhaal zitten die misschien niet per se nodig zijn.’
Heb je nog een laatste gouden schrijftip voor de deelnemers?
‘Hou de hoeveelheid meelezers beperkt (ze zeggen maar zelden allemaal hetzelfde, dus dan wordt het verwarrend) en laat geen mensen meelezen die persoonlijk heel dichtbij je staan. Óf ze zijn niet genadeloos en dat is niet zinnig, óf ze zijn het wel en dat is niet leuk.’