Orkaan – Maaike Rijntjes

Met deze acht gedichten won Maaike Rijntjes de derde prijs tijdens Write Now! Groningen. Lees wat de jury van de tekst vond in het juryrapport.


Tekstcollage los naar de windschaal van Beaufort

 

(0) Voetnoten
De lucht is stil

We verstopten al zolang onze gezichten achter boeken
om maar niet gezien te worden
om maar niet te hoeven zien dat we langzaam veranderden
in voetnoten bij de teksten van dode mannen. We besloten

dat het tijd werd de schaduwen
die waarheden speelden op ons netvlies
te verlaten,

eindelijk te stoppen
met nauwelijks hoorbaar ademhalen.

(1)
We laten de trolley ontsporen
trekken de violist los en tekenen
een theepot waar God had kunnen zijn. Kijk,

onze ouders hebben elke kiem voor een geloof
zorgvuldig doodgedrukt. Wij bloeiden op barre wetenschap

dat de aarde geen plafond heeft. Je kan de ladder beklimmen
dan bovenaan zien dat alle mensen
net mieren zijn.

 

(2) Complot
We beginnen met het spitten van nieuwe graven
voor de dode mannen die ons bewijzen en
het doorstrepen van vraagtekens leerden,
die ons zeiden: macht bevindt zich in de gaten tussen letters.

We sluiten hun lege ogen,
leggen woordeloze handen op uitgemergelde borstkassen,
steken houten staken op de plekken
waar we een hart hadden verwacht.

Alles wat we overhouden is onze stilte.

(3)
Van onze stilte
smeden we een tegencomplot.

We stellen de volgende geheime regel op:

niets is bewezen

waarmee alles een bewijs wordt.

We zwijgen alleen nog als dat van ons wordt gevraagd.

We delen bonuspunten uit aan iedereen
die durft te zeggen:

‘Ik zat fout,
jij hebt gelijk.’

 

(4) Tweedehands ideeën
We hebben nooit onze eigen woorden gebruikt
om onszelf te duiden, dragen tweedehands ideeën
in tweedehands kleding.

De stof aait onze huid
ze fluistert dat iemand ons aan kan raken en

wij willen die huid van spieren pulken
de spieren van botten, de botten openbreken
tot het merg op de grond druipt. Noem wat overblijft

ziel of mind of harmonie
ons lichaam alleen een instrument

dat we zelf bespelen.

 

(5) De lucht kust kuiven op de golven
We smijten onze stiltes stuk tegen de ramen
van kerken, banken, supermarkten
universiteitsgebouwen, kledingwinkels.

We schreeuwen dat we niet willen vergeten
dat voor alle grond gestreden is,
dat we huizen bouwen op handen met
stukgetrapte vingers.

We schreeuwen
dat we levens bouwen
op wervels van mensen die we de tongen uitsneden
woord voor woord verstikten omdat ze

ons eraan herinnerden dat alles wat goedkoop is
betaald werd in bloed.

 

(6, 7) We draaien gaspitjes open en gooien aanstekers door keukenramen,
voel je hoe de lucht samenklontert, voortbewegen steeds moeilijker wordt?

Er was een Griekse filosoof die schreef
dat de eerste mensen groeiden in vissen, dat ze daar
tanden en scherpe nagels slepen tot ze
met bleke wangen, bleke ogen uit het graat kropen. Kijk,

als we in goden konden geloven
hadden we misschien gedacht dat het altijd al
de bedoeling was dat we terugkeerden naar het water maar

het regent en wij
willen niet rustig wachten tot de zee ons
kolkend en kokend komt halen.

 

(8) Dit is het punt waarop het breken begint
Misschien huilde jij voor het eerst precies
waar vijf gele sterren aan de hemel stonden
heb je een dode man in een film horen zeggen
dat we voor de kunst blijven leven. Wij vragen:

wie wil gedichten als hij honger heeft?

(9)
Jij vraagt wat er overblijft, oh
wees gerust.

We zullen je
stappen uit je voeten slopen
alle namen die je jezelf hebt gegeven in
gezichtloze blauwe ruimtes uit je vingerafdruk kerven.

Je vraagt wat een mens is
wij zeggen: ‘Ja.’
Je vraagt of dit echt is
wij zeggen: ‘Je kan niet leren houden van iets dat niet kan sterven.’
Je vraagt of we deugen
hoe dik de laag waaronder alle chaos
wij schudden ons hoofd.

 

(10) Vogels stoppen met vliegen
we rukken wortels uit steden
uit de laatste rechtop lopende mensen
alleen zo weet je zeker dat onkruid niet terug groeit oh

dacht je dat je meer was dan een lekkende
smeltende huls lachen we in afbrokkelende gezichten
dit vlees was al rot lang voordat het sterven begon

een rivier is een rivier is een rivier
alleen omdat alles keihard stroomt.

 

(11) Orkaan
de lucht is een draak
die zich klapwiekend omlaag stort
geruisloos bomen uit de grond sleurt

gebarsten ribbenkasten versplintert
vingerkootjes rondstrooit.

we zijn altijd al ecosystemen geweest
voor we mensen waren.

(12)

 

De oogst