Gedichten – Kate Dejonckheere

Met deze gedichten won Kate Dejonckheere de tweede prijs van Write Now! Gent. Lees wat de jury van de tekst vond in het juryrapport.


KLINISCH-PSYCHOLOGISCHE ANALYSE VAN EEN STADSWANDELING

DIAGNOSE I: agorafobie / pleinvrees

we zouden over elk plein kunnen marcheren
wie kan zou gevallen soldaten op de rug dragen – in plaats daarvan
vouwen we ons als speciale eenheden tot een ondergronds
metrostation plooien tussen nauwe dagen als poortjes door

het metroperron bestrooid met broodkruimels
we steken een vinger in onze mond – kleven er medemensen
aan sommigen menen een scherpe smaak te proeven
(hun tongen zijn nog steeds op zoek naar bindingszetmeel)

we stappen op de metro naar een paar tellen terug
die halte holt geen ten minste houdbaar tot voorbij
de trappen die we steeds hoger maakten zijn er
afgespannen met waarschuwingslint

Rachida danst enkele treden opnieuw – dan kan ze
haar eigen ritme bepalen
zullen we de maat meestampen?
of marcheren we een tel sneller
tonen we dat we de bovenste trede vloeiend kunnen?

 

 

DIAGNOSE II: aviatofobie / vliegangst

we zouden onze huiskamers kunnen vullen
met handen als ronkende motors en versgestempelde gezichten – in plaats daarvan
tellen we gemondmaskerde gelaten
in de straat met danscafés

we voelen hoe onze handen seconden kouder tikken
selecteren een gezicht – balanceren op dezelfde
klokwijzers
sommigen vluchten een uur verder wrijven handen warm wisselen klieren uit
(met handen rennend onder kleren zijn ze even veilig in een tentenkamp)

we drinken dure drankjes
afkomstig van de overkant van de breedtegraad
laten de ijsrotsen smelten op onze tongen
vliegen op turbulentie dansen alle temperatuurstijgingen voorbij

Rachida schreeuwt boven de muziek uit – we zien iets over het
hoofd zullen we elkaar op de schouders hijsen
zodat sommigen over de massa heen kunnen?
of zullen we niet geloven wat ze zien
nog een drankje bestellen met hogere alcohol- en breedtegraad?

 

 

DIAGNOSE III: hypochondrie / ziektevrees

we zouden medicijnen kunnen sparen en muntstukken
doorslikken samen bijsluiters verzamelen – in plaats daarvan
organiseren we een inzamelingsactie
voor ons eigen provisoir verlangen

we trillen tot een rij voor de kassa in de nachtwinkel
ongeduldig stijgt onze ademhaling als het kwik van een thermometer
de wachtkamer besmet met symptomatische affiches (onze hoofden
met excessieve scheurkalenders)

voor het genezen van de tijd die we anders nooit vinden
berekenen we de optelsom van alle ziektes morgen
we ontsteken in het resultaat diagnosticeren al een antwoord
op de volgende reclamespot

Rachida schuift een fles verleden tijd over de toonbank
zullen we onze agenda’s in nieuwe werkwoorden
vervoegen? of laten we spellingsregels declameren als alibi
temporele voorschriften de gebiedende wijs spellen?

 

 

DIAGNOSE IV: glossofobie / podiumvrees (remedie mogelijk)

we zouden maskers kunnen ontschminken jeugdverhalen
aframmelen à l’italienne – in plaats daarvan souffleren we
beleefde auditieteksten – op zoek naar decorstukken om vanop
deurmatten geboeid naar te staren

aangekomen in onze appartementen lijken onze balkons dichter naar elkaar
gegroeid we vullen ze met vernieuwd repertoire – oefenen voor de grand finale
(langzaam breken we vierde wanden werpen dialogen zoeken eenzelfde tekst parterre bekleden foyers met lege programmaboekjes)

in onze huiskamers ontmantelen we antagonisme aan de
kapstok we werpen onszelf negenennegentig keer op de planken
lachen honderduit als we canons door elkaar zingen
koortsachtig strijken we met zijn allen de kreuken glad – de secretaresse de buschauffeur de imam de oude vrouw van op de hoek

Rachida opent het gladgestreken achterdoek – de spots brengen onze innerlijke regie eindelijk aan het licht Zullen we gebroken benen aaneen applaudisseren?
Zullen we draaiboeken vastroesten – buigen voor we de vloer op gaan?

 

 

REMEDIE VOOR EEN VERPLICHTE HALTE

We zullen weer dansen – op elkaars tenen trappen met schoenen besmeurd met witruimte en sporen trekken door lege agendadagen die ons uit de maat deden zwieren. We zullen weer picknicken. Onze vingers zullen in elkaar verstrengelde takken zijn die de leegte in de lucht doorprikken. Er zullen wolkjes als witte marshmallows zweven die je samen met de zomer op een satéstokje prikt. We zullen armen om elkaar heen klappen als campingstoeltjes. Rooilijnen worden weer hangmatten om in heen en weer te wiegen. We zullen verdronken plannen uit pas ontdekte oceanen vissen en je golflengtes werpen je ankerpunten toe. We zullen onze vierkante meters openbreken en van de strepen door plannen evenwijdige pijlen maken – hand in hand balanceren richting een snijpunt waar we ondanks verplichte afstand in geloven. We zullen uit-de-maatstrepen afbreken. Onze crescendo’s zullen de passers zijn waarmee we nieuwe tweeklanken omcirkelen. We zullen verse vrijdagavonden verzamelen als paninistickers en plannen die we dubbel hebben uitwisselen – uren waarin we aan elkaar kleven het nieuwe inzamelproduct dat we ontvangen bij aankoop van frisse weekendplannen. Twee plus twee avonden gratis werkt als je vieren niet kon delen. Dus zullen we dansen.

Tot dan blijven we binnen en tellen vanuit onze ramen de daken waarvan we binnenkort als marktkramers zullen schreeuwen dat we onze huiden duur verkochten.

Tot dan bereiden we ons voor op routewijzigingen bij het doorbladeren van weekagenda’s en studeren passen in bij haltes waar bussen met vertraging uiteindelijk toch steeds aankomen.

 

 

TUSSENSTOP: PELGRIMSLIED VANUIT EEN ANDER PERSPECTIEF. TOONAARD EN MAAT ZELF TE BEPALEN.

De oude geliefde draait weg van het eenrichtingsverkeersbord en wandelt alle
rode lichten voorbij en springt tussen de witte draagvlakken van het zebrapad
 en misschien was de minnaar van de oude geliefde te vaak een rotonde in
 plaats van een kruispunt maar de minnaar kan geen zwarte gaten dichtverven
als de minnaar de nieuwe richting niet kent.

(U grijpt de nacht vast met Uw linkervuist en mij met Uw andere, en dat terwijl U me eerder die dag nog zei dat ik de komende jaren met beide handen als schoteltjes moet opvangen. hoe zullen we dan armworstelen voor een extra uur per dag als hoofdprijs? de medaille is te zwaar om alleen te dragen en de straatverlichting te broos om te zien waar de focus exact op ligt. we zouden nieuwe boksringen kunnen opstellen met onze eigen scheidsrechter maar U zegt geen hokjesmens te zijn. U laat onze labels liever onbepaald, zegt U. ik vertel over hoe ik ooit prijskaartjes op kledingstukken bevestigde als jobstudent en dat ik daarvoor opslag kreeg. de kwaliteit van de kledij kwam wel niet overeen met het cijfer omdat er al gaten in zaten voor iemand de prijs betaalde. ik ben altijd al een toerist geweest doorheen de afgelopen levensjaren, maar Uw verre kijk op wat me zo nauw aan het hart lag en de manier waarop U poëzie leest als wegenkaarten maakt van mij een soloreiziger tijdens onze gezamelijke ontdekkingstocht. de klank van ons samen is vals en ook al probeert U verandering in de vorm van chromatisch verlaagde dagen toe te werpen, U mikt naast elke mogelijke harmonie. ondanks de vele reizen waarin ik over maatstrepen moest klauteren omdat alle noten al gezongen waren voor ik het ritme onder de knie had, ben ik eigenlijk nooit goed geweest in het beklimmen van de stadia in menselijke relaties. wist U dat onder toonladders lopen ongeluk brengt? ik plaats de treden wat steviger tegen mijn wachtgevel zodat we er misschien ooit samen, U mijn achterwerk een zetje gevend en ik zal de treden tellen waarvan we al niet meer kunnen vallen.)

 

 

BESTEMMING: TWEE OBSERVATIES

(in een museum voor hedendaagse kunst in een hoofdstad met verleden en toekomstige ___ )

I

een moeder katapulteert achter haar hollend kind de kogel raakt net geen stoel een conceptueel kunstwerk dat hoogstwaarschijnlijk een miljoen hoe weet ze waarnaar ze mikt als haar dagelijkse sleur en oogleden zwellende colruytpampers

 

III

twee amerikaanse Toeristen met te grote camera twijfelen –
is de muur nu onderdeel van het conceptuele installatiekunstwerk of
(er wordt niet naar verwezen op een naamkaartje)
postmodernisme is niet te koop zegt de verloren gelopen gids het is een overval op het ontoereikend
spaarboekje ten hoogte van je thalamus
de verwarring gijzelt je beleggingen op termijn – een jolige kleuter wijst naar een bomaanslag in een stad
(kunst want er wordt naar verwezen op een naamkaartje)

      een moeder katapulteert achter het kind aan
      haar vest is kogelvrij want woorden kunnen hard
      (zeker in een hoofdstad met verleden en toekomstige ___ –
      waar totalitaire taal struikelt over tongvallen maar daar wordt niet naar
      verwezen op een naamkaartje)

            de verloren gids spreekt niet over de toekomst van het kind
         wanneer de twee amerikaanse Toeristen al en elke
         tweede kans voorbij
         (er wordt niet naar verwezen op een naamkaartje)
         maar dit gedicht rijmt dus de ideale postmoderne samenleving
         heeft dan vast en zeker een
         wegwijzer zegt hij

               (¬ hier zou het middelpunt van je juist vervlogen

                  verteltijd tentoongesteld kunnen worden)

Deel deze pagina:

De oogst