Motivatie – Thomas de Zeeuw

Ik word als schrijver telkens weer naar het bureau gelokt, wanneer ik uren aaneen heb zitten kijken en luisteren naar oude interviews en documentaires met hen die mij zijn voorgegaan. Doorgaans put ik meer motivatie uit hun woorden, dan uit die van welke schrijfcoach dan ook. Luisteren naar je voorbeelden, daar gaat het om. Luister naar hen en naar niemand anders. Ikzelf volg die regel al op sinds ik voor het eerst bewust naar een schrijver luisterde, op tv welteverstaan, maar daarvoor moeten we misschien eerst terug naar het moment dat ik voor het eerst met literatuur in handen stond.

Het was 2013 en ik liep als klein jochie door de bibliotheek in mijn dorp. Ik wilde een boek voor volwassenen proberen. Waar die plotselinge honger naar hetzelfde leesniveau als mijn leraar vandaan kwam… Ik heb nog altijd geen idee.

Die vrijdagmiddag was ik de enige in het kleine bibliotheekje. Achter de balie stonden twee bebrilde dames die mij begroetten en mij de hele tijd in de gaten hielden. Ik bleef maar in het hoekje bij de jeugdboeken, omdat ik mij niet bij de kast met boeken voor volwassenen durfde te vertonen. Ineens kwam er een moeder met vier dochters binnen, die met zoveel kabaal aan kwamen zetten, dat de bibliothecaressen prompt hun handen vol hadden en ik de mogelijkheid vond om naar de ‘grote mensen boeken’ te snellen. Er stond van alles. Met mijn jonge instinct greep ik naar het boek met de minst griezelige omslag. Het was de nieuwe roman van Heleen van Royen die kort daarvoor was uitgebracht. Haar naam had ik destijds al eens in de media gehoord en dat was voor mij als twaalfjarige genoeg: dit werd mijn eerste ‘volwassen’ leeservaring.

Voorzichtig legde ik het boek neer bij de uitleenbalie. De titel verscheen in beeld en ik moest mijn pasje scannen. Na het piepje klonk het harde geluid van de foutmelding. Alles op het scherm lichtte in waarschuwingsrood op. Beide bibliothecaressen keken om, eentje vroeg of alles wel goed ging. Ik stond daar met mijn plastic tas en had helemaal geen zin in hun bemoeienis.

Ik scheen veel te jong voor deze kost. Toch heb ik het meegekregen. Ik weet niet meer hoe, maar het staat me nog helder bij hoe ik elke avond een kwartiertje in Van Royen las, die zomer van 2013.

"Luisteren naar je voorbeelden, daar gaat het om. Luister naar hen en naar niemand anders."

Thomas de Zeeuw

Toen ik de naam Heleen van Royen door Google haalde, kwamen er veel fragmenten van interviews naar boven. Op een van de interviews sprak ze de woorden: ‘Er moet bij mij altijd een innerlijke noodzaak zijn om iets te maken.’ Als kleine jongen heb ik dat toen opgevat als volgt: de mate waarin onderwerpen iets doen met mijn gevoel is een goede graadmeter om te bepalen: ga ik hierover schrijven?

Het was de beste tip voor mij als beginnend schrijver. Toen wist ik: je voorbeelden zijn je leerschool.

Ik heb talloze andere schrijvers opgezocht en vele documentaires bekeken, waarbij ik steevast hoopte dat auteurs als Harry Mulisch, Remco Campert, Joost Zwagerman en Gerard Reve tips in petto hadden voor de schrijvende kijker.

Uiteindelijk bekeek ik op YouTube al het beschikbare beeldmateriaal van Nederlandse schrijvers. Zij vertelden mij dingen waar ik als beginneling duizend keer meer aan had, dan al het advies van familieleden en docenten. Door díe mensen, zij die hun hele leven al schreven, raakte ik enorm gemotiveerd. Als ik Harry Mulisch over schrijven hoor zeggen: ‘Het is beter om niet zo goed te weten wat je doet,’ dan haal ik opgelucht adem. Welke schrijver weet tenslotte concreet te vertellen wat ‘ie achter die tafel aan het doen is? Precies. Zulke zinnetjes zijn handig voor iedere aspirant-schrijver.

Zeg nou zelf: als je een oude Jan Wolkers in zijn woning op Texel naar de boekenkast ziet stormen, waar hij vervolgens al zijn meesterwerken uit pakt en de titels luidkeels opleest, krijg je zelf ook zin om zo’n kastje vol te schrijven, toch? Ik wel tenminste.

Wat ik met dit verhaal wil zeggen: jouw voorbeelden zijn van levensbelang voor je schrijverschap. Ze kunnen met al hun citaten en tips aangeven of je nog op het goede spoor zit. Jouw voorbeelden slepen je erdoorheen als je een keer niet onder woorden krijgt wat je wilt. Niemand anders kan je hierbij helpen. Dus kies de juiste voorbeelden en luister alleen naar hen. En als je een keer twijfelt over jouw kansen op succes in de schrijverswereld, denk dan aan wat Mulisch in 1987 bij Van Dis in de Balie al vertelde: ‘Je doet het of je doet het niet.’


Thomas de Zeeuw (2001) is geboren in Delft en groeide op in Maasdijk. Op de middelbare school ontdekte hij zijn passie voor schrijven. Geïnspireerd door Jan Wolkers, Joost Zwagerman en Heleen van Royen pakte hij de pen op. Thomas merkte dat schrijven zijn gemoedstoestand kon bepalen en hij ontwikkelde wilskracht en doorzettingsvermogen. Toen wist hij zeker: schrijven is zijn leven. Thomas won met zijn verhaal ‘De Gerontofiel’ de tweede prijs van Write Now! Rotterdam.

Columns