Gracias a la vida – Corinne Heyrman

‘Het is vast de eerste keer dat je het standbeeld ziet,’ zegt Miguel tegen zijn vader. Ze zitten op een van de bankjes op het plein met een bakje friet. Er zijn kleine lantaarns die onvoldoende licht geven en er is een felle wind die lege bierblikjes en ander afval over het plein stuwt. Zijn vader slaat zijn sjaal een tweede keer om de nek en knikt. De twee jaar die ze hier nu zijn bracht zijn vader voornamelijk door achter het keukenraam van hun appartement. Van daaruit keek hij uit over hun nieuwe stad. Alsof hij eerst aan het uitzicht moest wennen voor hij erin zou stappen. Ze kijken naar het kolossale standbeeld.

‘Het is een jongen die een afgehakte hand weggooit, een legende. Ik heb erover geleerd op school,’ vertelt Miguel en hij prikt een paar frieten op zijn vorkje. Zijn vader heeft waterige ogen. Die heeft hij altijd al gehad, maar ze vallen nog meer op sinds ze in België wonen. Het lijkt alsof zijn tranen klaarstaan om elk moment te gaan lopen.

‘Het is goed dat je eens buitenkomt,’ zegt Miguel en staat op. Ze hebben afgesproken dat ze er vanavond een fijne avond van zouden maken.

‘Waar gaan we nu heen?’ vraagt de vader. Hij gooit de puntzak weg.

‘Feest vieren,’ lacht Miguel.

*

Miguel houdt de deur voor zijn vader open. De twee mannen, Miguel twee hoofden groter dan zijn vader, worden overspoeld door een warme walm van bier en zweet en knallende muziek. Al van in de inkom staat de karaokebar vol met mensen.

‘We kunnen er niet door,’ roept zijn vader boven de muziek heen tegen Miguel. Met zijn vinger wijst hij terug naar de straat.

Miguel wurmt zich door de massa heen en maant zijn vader aan hem te volgen tot aan de bar. Op het podium staat een dikke man in een wit hemd met zweetplekken. ‘I did it my way,’ kweelt hij door de microfoon. De barman vraagt welke liedjes ze willen zingen. Ze laten twee nummers noteren en bestellen bier.

*

Ze zijn vijf liedjes en twee biertjes verder wanneer de DJ ‘Gracias a la vida’ aankondigt. Het is het nummer dat zijn vader gekozen heeft. Zijn vader kijkt hem aan, knikt en gaat de menigte in. Miguel wuift naar de DJ om duidelijk te maken dat hij eraan komt. Dit is goed voor hem, denkt Miguel en ziet zijn vader achter de microfoonstandaard staan. Een rode spot cirkelt over hem heen. De mensen in de bar kijken niet op.

‘Gracias a la vida,’ zingt hij. Door het felle licht dat op hem schijnt, worden zijn ogen nog wateriger.

‘Que me ha dado tanto.’ Zijn vader houdt met beide handen de microfoonstandaard vast en kijkt strak voor zich uit. Het is zijn vaders lievelingslied. Miguel herinnert zich de vele autoritten met deze muziek door de krakerige speakers.

Dan verandert de blik van zijn vader. Zijn ogen worden groter, hij kijkt de mensen gedreven aan. ‘Dankoe lev,’ probeert hij te vertalen. Hij wil dat ze het lied begrijpen. ‘Dankoe lev,’ zingt hij nog eens. Zijn Nederlands is gebrekkig. Hij wil de boodschap van het lied duidelijk maken: wees God en het leven dankbaar. Het publiek drinkt en praat verder. Het licht kleurt zijn vader de ene keer spierwit, dan weer rood.

*

Toen zijn vader het klaslokaal binnenkwam, draaiden alle hoofden zijn richting uit. De middelbare school van Miguel had voor de Zuid-Amerikaanse projectweek gevraagd of Miguel samen met zijn vader iets wilde vertellen over hun land El Salvador en het vertrek naar hier, twee jaar geleden. Zijn vader had toegestemd, maar zou niets zeggen, aangezien zijn Nederlands niet goed genoeg is. In de klas hingen vlaggen en foto’s van El Salvador. Miguel had tortilla gemaakt, toonde in een powerpoint plaatjes van de traditionele kleding en de lokale natuurgebieden. Zijn vader bleef achteraan in de klas zitten. Miguel praatte luid en met veel handgebaren. Ook in een nieuwe taal entertainde hij de klas die voor hem zat. Het is iets wat hij van zijn vader leerde, die in El Salvador verkoper was. ‘Alles krijgt jouw vader verkocht,’ zei zijn moeder steeds lachend. Een blond meisje uit de klas stak haar hand op. Waarom ze hierheen gekomen waren, vroeg ze.

Hoewel Miguel daarvoor nog zo goed uit zijn woorden kwam, viel hij na de vraag van zijn klasgenote stil. Er viel een onrustige stilte, waarop de lerares uitdrukkelijk articulerend vroeg: ‘Kan – je – dat – ver-tel-len, Mig-uel?’ Ze glimlachte bij elke lettergreep breder. Zijn vader stond op en ging naast Miguel staan. Hij plooide zijn handen tot een pistool en riep heel luid ‘pang!’.

Miguels klasgenoten schrokken op van het onverwachte geluid. Zijn vader keek met een verbeten blik voor zich uit. Miguel probeerde het moment te redden door uit te leggen dat er bendes waren die zijn familie achterna zaten en ondertussen liep zijn vader naar de computer, opende het zoekprogramma en typte ‘Mara Salvatruchas’ in de zoekbalk. Het projectiescherm vulde zich met tientallen over het gezicht getatoeëerde mannen met ontblote bovenlijven en kale hoofden. Miguel boog zijn hoofd. Zijn vader ging terug voor de klas staan, te dicht bij het projectiescherm, waardoor de tatoeages en de grimmige gezichten over hem heen vielen. Hij kneep zijn ogen tot spleetjes, door het felle licht van de beamer. Iedereen keek hem met een verschrikt gezicht aan, Miguel, de klasgenoten en de lerares. Zijn vader wilde verder praten maar vond de woorden niet. Er kwam niets begrijpelijks uit. Als een opgeschrikt dier bleef hij staan. De lerares bedankte hem en vroeg een warm applaus aan de leerlingen. Het bleef stil in de klas.

*

‘Zoviel gegiev,’ zingt zijn vader. Hij beweegt zijn borst naar voren, als een crooner leunt hij over de microfoonstandaard en zingt het duidelijker, indringender nu: ‘Dankoewel lev, zoviel gegiev.’ De discolampen bewegen in het rond. Miguel kan zich voorstellen dat zijn vader net als hij aan het moment in de klas denkt. De lichten, de mannen die over hem heen liepen, de mannen die hen verjaagd hebben. Op de tekstband lopen de strofes van het lied voorbij, zijn vader stamelt, hij kent de vertaling niet. De mensen in de bar kijken nu op. Miguel komt dichterbij. Zijn vader sluit de ogen en begint een mantra van ‘dankoewel, dankoewel, dankoewel’. Ook Miguel doet zijn ogen dicht. Hij denkt aan zijn moeder, haar bleke gezicht en lippen, de grote tuin die vol fruitbomen stond.

‘Gracias a la vida,’ zingt zijn vader opnieuw en omdat hij aan het slot van het lied is gekomen, houdt hij het einde lang aan. Stilletjes laat hij zijn stem wegsterven over de piano-outro die door de boxen klinkt.

Wanneer de vader en Miguel de karaokebar verlaten, slaat Miguel een arm om zijn vader heen. Zijn vader kijkt hem tevreden aan. ‘We gaan tegen het standbeeld pissen,’ zegt Miguel, een beetje dronken. ‘Territorium afbakenen.’


Met dit verhaal won Corinne Heyrman de eerste prijs tijdens Write Now! Eindhoven. Lees wat de jury van de tekst vond in het juryrapport.

Deel deze pagina:

De oogst