Gedichten – Annegreet Bos
moeras
het hoge haar dat gewoon een moeras is
riet dat piekt en waar ben je
een grote plaat die als nevel soms te zien is
de wereld is ijsvrij
harde gitaren en het lichaam
neem de handen mee uit
laat ze dansen en pianospelen
en erg veel glazen tillen
ik heb je op een mooi kantoortje bedacht
*
terrein
we koken het dier
we zijn aarde en ontleden
jij hebt de stok en kijkt
denk aan het trekpopje dat ineens uit elkaar schiet
denk aan de vissen naast het water
in vouwen worden we terrein
meer van ons bepalen
meer van ons zien de zee en dromen van een cabrio
*
beschrijving van een ontmoeting
kijken is dat een vinger de vliegenmepper raakt
elektrisch,
de bolling van de vinger gevormd door het herkenningsoog van de telefoon
zo walst de vinger daar rond
zo wordt zij herkend en dat is de vinger
diezelfde vinger, rond als een geschept bolletje ijs
glad aan de kant waar de lepel langs strijkt
schots van onderen
het punt waarop de bolling zonder te schakelen rond een vingertopje vormt
daar komt een snaar van de mepper tegen aan
maar langzaam, hoe dichterbij hoe trager het gaat
de snaar is gemaakt van varkenshaar en is geladen
over die schok heb ik het
dat is kijken
dat is slingeren
*
universeel
samen bus doen
samen tik tak
keitjes zingen
o maria dansmevrouw
boot kabbelt
gehuil van diertjes in de nacht
een bokje dat een ander bokje omver springt
universeel
hoe soms de daken peinzen
en opnieuw beginnen
*
fabrieksaccord
wat ik hiervan vind is dat alles weg gaat
steeds de woorden die uit zichzelf rauw blijven
ingemaakt en uitgebeend
ze lachen naar mij als plechtige
daar moet ik niets van hebben
ik wil een aktetas en ontbijtdrink
een willekeurige die in polo bedjes klaar zet
plastic en gewillig
met niks van die kazige verlangens
jouw handen op margareta
margareta op jouw handen
tijdens het fietsen komen slogans mij vertellen wat ik zie
waar zie ik hoe de jasmijntjes ontspruiten?
de pimp die mij washandjes aanbeveelt heeft zelf een vies idee
massage met balletjes
ramgarage
kortingsbeer
het blijft teveel, het neuriën
en ergens op dat bedje worden de spleten te drukkend
langs de weg staat een man met reflecterende driehoek
de pijn aan mijn onderste cilinder houdt aan
de staart die eerst staart was heeft zich nu teruggetrokken ter hoogte van mijn navel
ik ben een eerlijk mens dat wacht
*
50% chloor en 50% as
op vakantie met de auto
op overtocht met boot
op zoek gaan naar de leegte
een worden met een sok
bijkomen van de opgeslokte aal
tanden op tafel zetten
een vergeetachtige hockeystick uitbesteden aan je oom
afvalligen verteren
dat is wat we eten, dat is wat we doen
ik zie ons verdwijnen in twintig vierkanten
nu geen contact met postbodes
observeren en aanvallen
luisteren en kijken
fluister mij de rozen in
ik zie de meeuw omhoog vallen naar de zon
bedenken dat zonen appels eten
filialen laten leeglopen
zakken as verplaatsen
concentratie van de dag
50% chloor en 50% as
ontheemde steden een polsbandje geven
een chipskoker verbranden en opsteken als een vlag
houdini in een doos opbergen
faxen via filters
patroon van spiegels
kaart van frames
ophoping van blokkades
beeld van gedresseerde paarden
ontloken gedachtes
tuin met hond
duim met achterstand op een markteconomie
kaders op vakantie
ik zeg dat je moet luisteren naar wijze vingers die spiegelen
ik zeg dat je onduidelijk zingt
(je danst te vluchtig
tango trager)
*
Imker
de imker draait in een raat
de raat is lek
hoe kan iemand de zeilen hebben aangezet met snorharen
honingraat ga slapen en doe een nieuwe dag open
zo oversteken, zo bloemenveld
zo lente en kaasmakers
iemand kantelt de honing
de imker is raat
de imker is zoek
de imker heeft een fijnmazig geweten
met zijn hoofd
en zijn kanonnen
hij staat er van een afstand op, het volkje is al voorbij
Met deze gedichten won Annegreet Bos de derde prijs tijdens Write Now! Groningen. Lees wat de jury van de tekst vond in het juryrapport.