Koning, en andere gedichten – Emma van Hooff
*
koning
door de uienringen van de burger king kijk ik naar sjaals met rafelige uiteindes
naar losgeknoopte jassen als opengetrokken vuilniszakken
door de uienringen bekijk ik mijn moeder
ze blijft maar zwaaien hoe ver ik ook ga
haar hand zit los wappert als een vlag
een tas hangt aan haar pols
alsof ze geslaagd is voor haar schoolexamen
iedere dag weer
door de uienringen van de burger king kijk ik naar mijn huis
er branden lichten het voelt alsof ik er al niet meer ben
de tafel is gedekt voor twee en mijn stoel is in de tuin gezet
door de uienringen zie ik een man knielen
zijn handen in elkaar gevouwen het begin van een kaartenhuis
een andere man zegt
hij is gevallen
en helpt hem overeind
hij blaast en het huisje stort ineen
door de uienringen zie ik een vrouw blind van de kou haar oogballen
bevroren ijsblokjes ik wil mijn kleffe servetje over haar heen leggen
een huis dat ruikt naar zweet en zout ik wil haar afdekken nee toedekken
door de uienringen bedenk ik hoe een man met knuffelberen als geweren
op een menigte af stapt en hoe ik het eerst geraakt zal worden
omdat mijn hoofd overal is
ik neem een hap uit beide ringen en schuif ze in elkaar als een lemniscaat
*
we lopen in een slinger van vrouwenlichamen
in het donker op een eenrichtingsweg met gaten
laten we iemand achter om de leegte op te vullen
onze borsten steken erboven uit als brailleschrift
onze vagina’s veranderen in kleine parkeergarages
de ene vinger een bmw de andere een rood busje
de duim een sleepwagen van de wegenwacht
ondertussen sluipen fluisterend mannetjes
in onze hersenen ze planten er vlaggen
die alleen wapperen wanneer we zuchten
als het licht wordt zetten we onszelf op de wind
laten we onze organen schoon waaien
steken we papieren vlaggetjes in ons brood
zodat ook wij iets veroverd hebben
*
mensen leggen verwachtingen als eieren
vandaag mijn eicellen in laten vriezen
daar lijken ze veiliger dan in mijn lichaam
gelijk ook maar alle batterijen uit de klokken gehaald
geen klok geen tik geen bonk geen haast
mijn vriend geef ik een karper cadeau
zodat we er samen voor kunnen zorgen
we noemen de karper jet en proberen haar te knuffelen
ze spartelt tegen tot ik op haar ga liggen
poging twee is met een levensgroot kalf
zijn plastic lijf staat in de woonkamer
op de rug van het kalf laat ik mijn borst rusten
zo is het net alsof er twee harten bonken
en kan ik wennen aan het geluid
al vijf dagen verlang ik naar mini-tompoucejes uit de vriezer
en ontdooide ze vandaag een voor een
als wekkers voor mijn buik
je mag hier een dag over doen
zeg ik tegen mezelf
*
smoezen
vanavond smokkel ik geen sterke drank
maar een veilige jeugd naar binnen
ik voel me niet breed genoeg
om in mijn eentje te komen
het pluchen varken in mijn heuptas
geeft me meer vertrouwen
dan de schoudervullingen van mijn jasje
de discobal glimt als een zieke zon aan het plafond
besmet mijn huid met zijn stralen
een druppel zweet slalomt tussen mijn borsten door
de planten in de vensterbank wiegen mee
onder de aarde staan hun wortels stil
zie je wel
zij doen ook maar net alsof
mijn liezen spannen zich krampachtig samen
zelfs de spieren die mij proberen uit te kotsen
hebben geen succes
ik heb kaassoezen meegenomen
ze zakken in en blijven het gehele feest
onaangeraakt net als mijn borsten
*
je vriest restjes in van een zwijgzaam maal vijf knakworsten in tupperware doosjes
met de deksels er half op afgekoeld is alles beter houdbaar
in bed leg je het laken los om je heen je wil door niemand worden toegedekt
straks sluiten ze niet alleen de lucht af tussen jouw lichaam en de deken
maar per ongeluk ook je oogleden van je oogbal
en ben je al dood voor je borst goed en wel is afgekoeld
met je armen en benen zo wijd mogelijk wacht je tot het ochtend wordt
mocht je onverwachts toch uitvallen zoals het lampje op de overloop
dan weet je dat jouw lichaam niet in een kist zal passen
en ze er moeite voor moeten doen
alsof je nog even tegenstribbelt en tot kalmte moet worden gewiegd
om zo slap te worden als een zeemlap die door het hele huis is gezwiept
je bent een van de zeldzame mensen die weten hoe het voelt
een honderd jaar oude tong tussen de tanden te klemmen
als een schnitzel die enkel conserveermiddelen in zich heeft
*
als ik dood ben kom ik dan weer in iemands buik terecht?
ik wil me tussen de dijen van mijn moeder
omhoog hijsen als een zeil dat op zijn top
de meeste wind vangt wijder lijkt dan
wanneer een hoop op de grond ligt
zo beweeg ik ruimtes om mij heen
altijd vastpakkend aan muren handvaten
vooruitkomen ergens in wonen
de warmte van de dijen van mijn moeder
alsof er een haard in haar
een huis in haar
een bed met elektrische deken in haar
ik zet een pad uit van zoutlampen dat is mijn leven
duw stenen punten in mijn vagina omhoog
laat het daar tot rust komen de ademhaling verbeteren
met blote voeten over gebroken glas lopen
voor een lauwe aardbeienmilkshake
ik laat het tot kooktemperatuur komen in mij
alsof er ook een vuur in mij
een huis in mij
een stem in mij
Met deze gedichten won Emma van Hooff de eerste prijs bij Write Now! Rotterdam. Lees wat de jury van haar gedichten vond in het juryrapport.