Stappenplan voor het beste verhaal ooit – Nicole Kaandorp

Lize Spit zei ooit (in een interview dat ik nu natuurlijk nergens meer online kan vinden, dus dit is een parafrase): ‘Ik weet niet hoe je een roman moet schrijven. Ik weet alleen hoe je Het smelt moet schrijven.’

Ik denk daar vaak aan. Ze heeft namelijk gelijk.

Dit is niet de eerste versie van deze column die ik voor jullie schrijf. De eerste was een lange lijst genummerde tips, die elkaar tegenspraken of probeerden te nuanceren – hoe dan ook: het werd een zooitje. Ter illustratie:

8. Details zijn alles. Ruikt het trappenhuis naar curry madras of schoonmaakmiddel?
8.1. De makkelijkste manier om details in je verhaal te krijgen, is door je voor te stellen dat je er zelf bent.
8.1.1. Eigenlijk zijn verhalen herinneringen. Het moet na het schrijven voelen alsof je iets nieuws hebt meegemaakt – alsof je niet alleen je lezer maar ook jezelf naar een nieuwe wereld hebt getransporteerd.
8.1.1.1. Vermijd daarbij te allen tijde lelijke zinsconstructies als ‘naar een nieuwe wereld getransporteerd’.

In poging twee schreef ik over de afgelopen jaren waarin ik meedeed aan WriteNow!, en steeds álle columns, juryrapporten, tips en verhalen op de héle website las. Sommige zelfs drie keer. Ik hoefde maar een ‘w’ in de URL-balk te typen en er verscheen al ‘ritenow.nu’ achter. Ik wilde zo graag winnen, dat ik hoopte dat het succes uit de site naar me toe zou zweven. Daarna schreef ik dat ik de voorronde won, dat behalve dat het niet zo bescheiden klonk, ook suggereerde dat de winst daadwerkelijk uit de site naar me toe was komen zweven. Dat probeerde ik vervolgens te ontkrachten met een uitzonderlijk sentimenteel verhaal over hoe je nooit moet stoppen met schrijven, meedoen, durven, zelfvertrouwen hebben, etcetera, etcetera.

Derde poging. Ik herinner me Lize Spit en ik denk: ja, deze column lukt steeds niet, omdat ik probeer te schrijven wat ik de voorgaande jaren hier zocht: een routebeschrijving naar het beste verhaal ooit. Maar ik heb die helemaal niet, en er is ook niet maar één weg. Dus het beste wat ik kan doen is dit: gewoon vertellen hoe het bij mij ging. In stappenplanvorm, dat dan weer wel.

  1. Wacht tot het zomer is. Huur een tot studentenwoning omgebouwde zeecontainer op een bouwterrein in Amsterdam. Zet alle ramen open. Praat met je vrienden over klimaatverandering.
  2. Neem de dag van de deadline (stipt 23:59) vrij. Zet in je agenda ‘Het Beste Verhaal Ooit schrijven’. Stuur een WhatsAppje: ‘Ik kan niet komen zwemmen, ik moet Het Beste Verhaal Ooit schrijven.’
  3. Ga op je bank zitten.
  4. Check je e-mail.
  5. Schilder een vaas na op een groen vel papier.
  6. Bel een vriendin en zeg: ‘Ik zoek Het Beste Verhaal Ooit, maar ik weet niet waar.’ Lach geforceerd als ze antwoordt: ‘Kijk eens in je boekenkast.’ Doe dat vervolgens toch, met je hoofd schuin langs de ruggen. Wat waren goede verhalen? Waarom? Kun je ze jatten? En hoezo heb je eigenlijk zo veel boeken die je niet gelezen hebt?
  7. Vind iets van Kundera. Niet in de kast, maar in je geheugen. Herinner je niet precies de plotlijn, alleen een sfeer. Een tankstation, een jongen, een meisje, iets dat compleet uit de hand loopt.
  8. Wandel. Schop een steentje voor je uit. Bedenk dat het meisje in je verhaal zoals Gaby van zwemles is. Bedenk dat het gebeurt in een huis dat je goed kent. Bedenk dat er glazen moeten zijn, dure glazen, waar niet uit gedronken mag worden.
  9. Ga naar huis en typ tot het af is. Rek je uit. Haal bij het herlezen minstens een derde weg.
  10. Bak zoete-aardappelfrietjes voor jezelf, die heel lang in de oven moeten. Schrap ondertussen nog wat zinnen.
  11. Stuur het op naar de vriendin. Bedank haar in je e-mail alvast een paar keer. Lees alle, maar negeer sommige van haar suggesties.
  12. Ga rond tienen alleen nog maar heen en weer tussen de woorden ‘bloemetjesjurk’ en ‘bloemetjesblouse’, gooi een muntje op en kap er daarna maar mee.
  13. Sla het op en stuur het op.

Zo. Daar heb je het, een stappenplan. En het was natuurlijk niet Het Beste Verhaal Ooit. Maar het was wel het beste dat ik tot nu toe geschreven heb. Misschien, heel misschien, als jij het ook precies zo doet… Maar je snapt natuurlijk wel dat dat het punt niet is. Er zijn zo veel tips over hoe je moet schrijven, misschien wel bijna honderd op deze website alleen al. En er zitten goede tussen. Zoals: ‘Wacht niet tot de laatste dag voor de deadline.’ Maar niet alles geldt voor elk verhaal of voor elke schrijver. Je weet van tevoren nooit hoe het moet en je gaat het antwoord ook nergens vinden. Niet in deze column. Niet in een juryrapport. Niet in een zoete-aardappelfrietje. Je moet het gewoon maar doen. En als het de eerste keer niet lukt, dan misschien de derde.

 

Nicole Kaandorp (1997) schrijft verhalen, die onder andere verschenen in de Sampler van Das Mag en op De Optimist. Ze stond in 2018 op de shortlist van de Joost Zwagerman Essayprijs en in 2019 won ze de Lowlands Schrijfwedstrijd. Ze volgt een ontwikkelingstraject bij De Nieuwe Oost | Wintertuin en studeert aan de Schrijversvakschool. Daarnaast is ze de helft van muziekduo Kopje Onder en borduurt ze op aanvraag dingen op T-shirts. Nicole won met haar verhaal ‘Sinaasappeljongens‘ de eerste prijs van Write Now! Amsterdam 2019.

Deel deze pagina:

Columns