Pleidooi voor de poëzie – Emma van Hooff

Hallo. Ja, jij daar. Ik heb het tegen jou, jij altijd maar proza insturend medemens. Omdat je denkt dat dat veiliger is en omdat iedereen dat doet. Misschien ook wel omdat je denkt dat het anders beoordeeld wordt. Kom even iets dichterbij, jij die proza instuurt maar stiekem eigenlijk dichter is, of schrijver van songteksten of toneelscènes. Nog een klein stukje graag. Zo ja, dit is een goede afstand. Nu kan ik je een licht corrigerende tik geven. Foei.

Het heeft bij mij ook even geduurd voordat ik het durfde. Dat kwam mede doordat iemand mij ooit had gezegd dat ik beter niet met poëzie mee kon doen, omdat de jury een gedicht veel strenger zou beoordelen dan proza. Dat kan dan wel zo zijn, er zijn natuurlijk over het algemeen minder woorden om op te letten dan in een verhaal, maar maakt dat het hele gebeuren niet een stuk spannender? Een klein risico nemen? En is het dan niet extra bijzonder te winnen met dat waar je hart ligt: een gedichtenreeks, een songtekst of een scène? Ik denk van wel.

Er is lef nodig om een minder populair genre te kiezen. Maar er zijn ook echt voordelen, bijvoorbeeld dat je er niet snel op rekent te winnen. Geen zenuwslopende dagen tot de uitslag, maar gewoon in je slobbertrui en zonder make-up richting de prijsuitreiking. Althans, zo was dat voor mij. Natuurlijk hoopte ik dat ik bij de winnaars zou zitten, maar die kans was zo klein dat ik mezelf erop voorbereid had dat het toch niets zou worden. Toen bleek dat ik de winnaar van de avond was en direct daarna op de foto moest, baalde ik toch een beetje van die grote trui met vlekken. Maar hé, het euforische gevoel in je buik en die boekenbon van € 250,- in je hand kunnen niet tegen een laagje make-up op. Ik straalde de hele avond, als een genetisch gemanipuleerd glow in the dark-visje dat zelf niet doorheeft in wat voor kom het zwemt, dat dan wel.

Zo. Heb ik je al overtuigd? Nee? Wacht, hier komt een kleine quote van Maggie Nelson, over de toekomst van de poëzie. Ik heb het volledige gedicht boven mijn bed hangen, voor als ik het even niet meer zie zitten en denk dat niemand op mijn woorden zit te wachten. Hopelijk trekt het jou over de drempel om een lekkere gedichtenserie eruit te knallen:

‘The poetry of the future has got to have a lot of nerve. The future of the poetry will glitter like a scimitar. Sometimes it will need to fuck like a bunny. Other times it will be so enormous that it will only be visible from an aerial perspective. Many will believe it to be a message from aliens. The poetry of the future will live in a redwood tree for two years if it feels it has to make a point. Above all, the poetry of the future will do whatever the hell it wants.’
– The Future of Poetry, Maggie Nelson

Dus laten we nu eens flink tekeergaan en deze aarde overspoelen met gedichten, rake beelden, songteksten en scènes. Zoveel dat het vanuit de ruimte zichtbaar wordt, een bol die bubbelt door al zijn diversiteit, als een bruisbal die altijd blijft borrelen en niet als een beetje gruis op de bodem van de badkuip overblijft. Laten wij degenen zijn die het feestje niet verlaten, het feestje waarin iedereen synchroon zwemt en wij bommetjes vanaf de duikplank maken. Maar laten we er vooral voor zorgen dat we trots zijn als we een risico durven te nemen en dat de jury van de toekomstige voorrondes van Write Now! zal zeggen: ‘Jeetje, de schrijvers van deze editie, die hebben pas écht lef.’

 

Emma van Hooff (1997) studeert poëzie aan de Schrijversvakschool in Amsterdam. Ze trad onder andere op bij Mensen Zeggen Dingen en Frontaal en ze stond dit jaar in de halve finale van het NK Poetry Slam. Haar werk was onder andere te lezen in Tijdschrift Ei en De Optimist. Emma won met haar gedichten de voorronde van Write Now! Rotterdam 2018.

Columns