Sorry dat ik het altijd maar over dit lichaam heb – Emma van Hooff

voordat ik naar buiten kom met mijn hoofd voorop als een tambour-maître
maak ik met mijn vuistjes een kleine roffel tegen de buikwand
alsof er aan de andere kant in spanning op mij wordt gewacht

voordat ik een moeilijk woord gebruik voor de fanfareleider met grote gouden stok
probeer ik het met gebaren bijvoorbeeld mijn mond openhangen
en ernaar wijzen alsof het een open deur is waar plots een vreemde uitstapt
terwijl ik eigenlijk gewoon honger heb

nadat ik me zorgen maak over het wel of niet samenvallen van het ritme
van de mens en zijn omgeving bijt ik de borrelnoten in mijn mond kapot
in de hoop dat het gekraak vermomd als slaaplied mijn maag sust

nadat er een fanfare door mijn hoofd is getrokken zie ik het publiek
langzaam naar huis lopen met de handen nog over de oren

nadat de handen van de oren zijn afgegleden staat de tambour-maître onder de douche
zijn uniform op de tegels alsof hijzelf vloeibaar is geworden en uit zijn broekspijpen
is gedropen

nu lig ik op de bank en wacht ik tot hij klaar is omdat ik denk een fanfare nodig te hebben
om er af te komen en naar buiten te gaan omdat ik denk dat er naar een fanfare
wordt uitgekeken met spanning in de onderbuik en ik de fanfare wil zijn
waardoor mensen spanning in de onderbuik krijgen als ik de deur uitga

met mijn hoofd voorop zoals ik zelf ooit naar buiten ben gekomen

*

vanavond werd ik gek en smeerde ik het hele huis
vol met gel zelfs de deurknoppen glommen
ik probeerde de muren zo te plooien
dat het op kabbelend water leek
bracht zelfs golfjes aan

de gel dempte mijn adem
ik kon er net zo goed niet zijn

en streek de haren van het tapijt allen in dezelfde richting
zodat het net was alsof er een windvlaag overheen raasde
maar dan in stilte

niets kon nog vast worden gehouden dus werd er ook niets gebroken

ik zette alle meubels in die denkbeeldige windrichting
een hele klus
sommige stoelen op z’n kop de viltjes vol stof
kijkend naar het plafond
streek de bladzijdes van de boeken
tot een continu opwaaien

en plakte mijzelf in de deuropening
met de mond wijd open

alsof ik het was die deze storm deed blazen

*

zijn het soms de moeders van uitgevlogen kinderen
die ’s ochtends vroeg deze stad met zwitsal insmeren
zodat ze overal herinnerd worden aan de babygeur
die ooit onder hun neus hing

meisjes trekken zichzelf steeds verder de straten in
alsof er in het midden een touw is gespannen
voor iedereen die niet meer weet welke richting op te gaan
maar te oud is om andermans hand vast te pakken

na een aantal uur zuigen de blaren aan hun handen
als naaktslakken vast voelen de benen twee keer zo zwaar
maar stappen ze door steeds verder van zichzelf
tot de huizen op hun rug zijn afgeschud

een vrouw met verfrommelde huid als de wikkel van een snoepje
strooit broodkruimels voor de duivenwolk aan haar voeten
zij heeft nieuwe monden gevonden om te voeden

terwijl anderen de gele shampoofles in hun wijnglas leegspuiten
nog eenmaal wensen iemand te moeten dragen
zoals een slak zijn schelp overal naartoe sleept
om die maar niet los te hoeven laten

en ik bekijk vanachter glas hoe iedereen zich traag verplaatst
en toch blijft glanzen de geur van zuigelingen achterlaat
liggend in mijn bed zoals een snoepzakje in de automaat
wacht tot een kind zijn zakgeld pakt en mij hieruit haalt

*

zodra ik een huis gevonden heb zal het stoppen
dit uitsmeren van mijn ledematen het lichaam
een kuipje roomkaas dat iedere vlakte moet hebben geraakt
voor het ergens permanent kan intrekken

sorry dat ik het altijd maar over dit lichaam heb
maar het is een hele verantwoordelijkheid en ik ben de enige stagiair
het verklaart de wallen en mijn gedrag in de lunchpauze

waarin ik mezelf pijnig met routes op google maps
welke steden het beste bij mij passen en hoe ver ik
zou moeten lopen naar de supermarkt dat soort overwegingen
terwijl mijn lichaam langzaam alle kanten op smelt
zich steeds verder verspreid mijn benen vloeibaar
vanaf hier kan ik ze niet eens meer zien

wanneer drapeert iemand een schaduw over mij
of een deken die ik met stokken omhoog zal houden
waar ik een klein vuurtje voor kan maken
om mijn groente op te roosteren

want daarvan word ik oud genoeg om te weten hoe het voelt
de ledematen bijeen te houden de hoeken niet langer
uit te schrapen mezelf klein te vouwen
een huis een hut een bed een mens
te bouwen

*

ik hou van dikke koeken die bestaan uit twee biscuits
met daartussen een crèmelaagje zodat ze elkaar niet raken

haar benen als gladde palingen doen me rillen in mijn nachtmerries
waarin ze dit hoofd opvreten na de seks haar gehijg als een scheermes
over mijn geslacht dit lichaam blijft koud en ik denk aan het borstbeen

– als een dal dat hitte vast blijft houden
– twee bouwvakkers die een badkamer delen
– verhuizen naar een klein appartement en de hele dag soep maken

het antwoord komt in het geluid van het scheerschuimpompje
de kamer ruikt naar amandel en ik draai de koeken van elkaar los

schraap de room er met mijn tanden af
en wrijf de biscuits in hoog tempo tegen elkaar aan
zonder crème ertussen hou je alleen maar kruimels over

ik spuit haar scheerschuimfles leeg en vul deze met haargroeimiddel
zodat er altijd een deken van dons tussen onze lichamen zit

*

bedoelde je ‘dit tapijt heeft de kleur van hyperventilatie’
op een positieve manier of heb ik het niet goed verstaan
en draaide ik je stem zachter zoals ik vaker doe
onder een zoenscène in een film om te horen
hoe mensen met hun tanden tegen elkaar vallen
als een slot dat maar niet vast wilt klikken
en ze het op iedere mogelijke manier
blijven proberen

ik raak je hand iedere vijf minuten even aan
om later te kunnen zeggen
daar ben je er nog bij de koelkast en daar op de zolder ook
tot ik op mijn telefoon een quiz doe
om uit te zoeken wat voor kaas ik ben
als ik een stuk kaas zou kunnen zijn en je hand niet meer aanraak

eerder vroeg je of ik een huis zou binnengaan
zoals ik een vrouw binnenging
aan ieder scheurtje in het behang aandacht besteden
om er zeker van te zijn dat het er al zat
voor ik de kamer betrad

het tapijt laat geen ruimte over voor ademhaling
begrijp ik je op de juiste manier
een lichaam dat rechtop in de kamer staat als een steunbalk
om het dak omhoog te houden
waar de regen gemakkelijk doorheen glijdt

waarom doe ik nog zoveel moeite zou je willen zeggen
maar als je ziet hoe stevig ik mezelf ergens in vast kan bijten
begrijp je die uitspraak niet
de kaas is vacuüm ingepakt
ben ik degene die er gaten in vrat of was jij het
met je perfect geslepen voortandjes

*

tijdens een avondwandeling door mijn dorp
zijn al mijn toekomstige huizen begroeid met rozen
ik hou niet van rozen ik wil me ergens aan kunnen vastpakken als ik val

hij zegt dat hij de rozen eraf zal halen de tuin
vol onkruid kan laten lopen alsof we onszelf er dan in onderdompelen
zoals in bad en wanneer we het zat zijn we alleen maar de stop eruit hoeven te trekken

ik zeg dat dat niet zo werkt dat de rozen hun doornen in de bakstenen zullen slaan
omdat niemand van zo’n dieprode muur afgetrokken wilt worden maar dat de brievenbus
ons zo uitbundig tegemoet kleppert dat we het wel zullen overleven

we willen onze nagels tussen de deurpost steken maar ze breken af
morgen zullen we kalkpillen slikken om ze harder te krijgen
waarna we in ons oude bed liggen de armen en benen
in paniek over elkaar geslagen als niet van elkaar te snoeien onkruid

de volgende dag koop ik porseleinen borden voor in mijn toekomstige keuken
waar mijn toekomstige vrienden ratatouille van eten en mij prijzen om de gezelligheid
ik zal uitroepen dat er nog zoveel dagen komen waarop ik eenpansgerechten kan maken
en daarom maar alle pannen op het vuur heb gezet

ik zal achterwege laten dat ik een shirt met zulke wijde mouwen draag
dat ze de vlammen zullen raken

*

er was ooit een oma die zei hier trek dit maar aan
en ze gooide hittebestendige schoentjes naar me
er was ooit een leven dat je telkens opnieuw kon beginnen
zodra je zelf geen andere uitweg vond

er was ooit een filosoof die vond dat een mens pas gelukt was
als deze niemand anders nodig had dan zichzelf

ik denk aan een autarkische boerderij en hoeveel werk dat wel niet is
ik denk aan mijn huid die sist bij aanrakingen als een stukje brood
wat je in het frituurvet gooit om te kijken of het stukje brood in elkaar krimpt
het gezicht van mijn oma kon dat ook volgens mij betekent het
dat je dan klaar bent voor een nieuwe fase

er was ooit een vriendje die me liet zien hoe je een cheatcode uitvoert
onder x rechts links rechts r1 rechts onder boven driehoek om onverslaanbaar te zijn
hoe groot je speelgoed ook maakt het kind vindt altijd wel een manier
om het in haar mond te proppen

er was ooit een tijd zonder hittebestendige schoentjes
op deze te heet geworden aardbol krijg je nu bewondering
als je op blote voeten weet te lopen

en klinkt er een applaus
als ik mezelf met eigen handen aan de muur hang ben ik een kunstwerk
it really ties the room together

toets voor een wedergeboorte en tweehonderdvijftigduizend euro
r1 r2 links x onder rechts boven links onder rechts boven


Met dit verhaal won Emma van Hooff (onder het pseudoniem Johan de Ridder) de derde prijs tijdens Write Now! Rotterdam. Lees wat de jury van de tekst vond in het juryrapport.

Deel deze pagina:

De oogst